Een bedrijf viert haar tienjarig jubileum met een feest, bestaande uit een diner en een afsluitende borrel. Daarnaast organiseert het een skireis van vijf dagen. Werknemers kunnen drie dagen skiën of snowboarden, met voldoende ruimte voor après-ski. De werknemers betalen zelf een deel van de skireis. Het bedrijf doet aangifte loonheffingen en draagt een eindheffing af van ruim € 36.000. Dit bedrag heeft te maken met de overschrijding van de vrije ruimte onder de werkkostenregeling (WKR), waarin ook de kosten van het jubileumfeest en de skireis zijn opgenomen. Het bedrijf maakt bezwaar tegen deze eindheffing. De inspecteur verklaart het bezwaar ongegrond.
De rechtbank erkent dat maatschappelijke ontwikkelingen, zoals de behoefte om werkgevers aantrekkelijker te positioneren, relevant zijn, maar stelt dat de wetgever bewust heeft gekozen voor een ruim loonbegrip. Dit betekent dat kosten die primair zijn gericht op werknemers als onderdeel van hun dienstbetrekking, zoals hier het geval is, onder het loonbegrip vallen. Dat de werkgever zelf baat heeft bij deze activiteiten, doet volgens de rechtbank niet af aan het loonkarakter ervan.