30%-regeling van toepassing ondanks verblijf in Nederland

8 mei 2025

De Wet op de loonbelasting 1964 kent een bijzondere regeling voor ingekomen werknemers. De regeling houdt in dat de kosten van verblijf buiten het land van herkomst onbelast vergoed kunnen worden tot 30% van de beloning. Deze regeling geldt op verzoek voor een werknemer, die door een inhoudingsplichtige uit een ander land is aangeworven en die beschikt over een specifieke deskundigheid, die op de Nederlandse arbeidsmarkt niet of schaars aanwezig is. Verder wordt de eis gesteld dat de werknemer in meer dan 2/3 van de 24 maanden, die voorafgaan aan de tewerkstelling in Nederland op meer dan 150 kilometer van de grens van Nederland woonde.

De vraag in een procedure voor Hof Den Haag was of een werknemer, die als asielzoeker in Nederland verbleef, als ingekomen werknemer kan worden aangemerkt. Op grond van de Algemene Wet inzake Rijksbelastingen wordt naar de omstandigheden beoordeeld waar iemand woont.

Naar het oordeel van het hof heeft de werknemer aannemelijk gemaakt dat hij ten tijde van het aangaan van de dienstbetrekking buiten Nederland woonde. Zijn gezin woonde in Turkije. De werknemer had in Nederland geen duurzaam woonverblijf en geen geldig verblijfsrecht. Het hof vond van belang dat de werknemer ook naar functies buiten Nederland heeft gesolliciteerd. Volgens het hof had de werknemer op het moment van het sluiten van de arbeidsovereenkomst geen duurzame  persoonlijke band met Nederland.

De werknemer heeft recht op toepassing van de 30%-regeling. Omdat het verzoek om toepassing van de 30%-regeling niet binnen vier maanden na de feitelijke tewerkstelling is ingediend, is de regeling op de eerste dag van de maand na de maand waarin het verzoek is gedaan, ingegaan. Het hof heeft de looptijd van de regeling verminderd met de verstreken periode tussen de aanvang van de tewerkstelling en de ingangsdatum van de regeling.

Bron:Gerechtshof Den Haag | jurisprudentie | ECLI:NL:GHDHA:2025:508; BK-24/684 | 18-03-2025